Historie ( Wiki)

De Citroën DS is een beroemd automodel van het Franse merk Citroën. In het Frans spreekt men de naam uit als “déesse”, wat godin betekent. Hiervan is ook de troetelnaam “godin van de weg” afgeleid. Andere bijnamen zijn Snoek en Strijkijzer (Vlaanderen, Nederland).

De DS werd op 6 oktober 1955 gepresenteerd op het Parijse autosalon en sloeg in als een bom (“La Bombe Citroën”). De auto had verschillende nieuwe eigenschappen en toegepaste technieken, die tot dan toe nog niet in één auto waren gecombineerd. Op de eerste dag werden 12.000 orders voor de nieuwe auto geplaatst en aan het eind van de week was dit aantal zelfs opgelopen tot 80.000, een aantal dat de fabriek voor grote productieproblemen plaatste. Pas in de loop van 1956 kon men feitelijk beginnen met afleveren. In de tussentijd waren al heel wat bestellingen geannuleerd. Eind 1956 kwam een eenvoudiger versie op de markt: de ID. De ID/DS werd in verschillende modellen geleverd, zowel als berline (sedan), break (stationwagen), en décapotable (cabriolet).

Bij de DS werd vanaf de introductie in 1955 een hydraulisch systeem gebruikt voor vering, besturing, remmen en zelfs gangwissel en koppeling. Voor de aandrijfgroep werd een klassieke versnellingsbak toegepast die op vernuftige wijze hydraulisch werd bediend met een vederlicht werkende selecteurhendel. Er werd gebruikgemaakt van een gewone enkelvoudige droge plaatkoppeling maar ook die werd geheel automatisch bediend. Zo ging er geen motorvermogen verloren in een koppelomvormer. Naast deze oorspronkelijke versie met halfautomaat, de ‘hydraulique’, werd de DS vanaf het voorjaar van 1963 ook leverbaar met een mechanisch bediende versnellingsbak en koppeling, de ‘mécanique’.

De belangrijkste technische eigenschappen van de DS waren de gelijktijdige toepassing van hydropneumatische vering, voorwielaandrijving en schijfremmen. De opvallende carrosserie is het gevolg van het zoeken naar een vorm die een lage luchtweerstand zou combineren met een stabiel weggedrag. De gekozen druppelvorm leidde tot een brede vloeiende neus, aflopende daklijn en een grotere spoorbreedte voor dan achter. Het stabiele weggedrag werd daardoor bevorderd in combinatie met voorwielaandrijving, laag zwaartepunt, zeer lange wielbasis (3.125 m) en een tamelijk extreme gewichtsverdeling: de asdruk vóór is tweemaal zo groot als achter. De auto gedraagt zich door dit alles dynamisch gezien als een hamer die men van zich afwerpt: altijd met de kop naar voren. De enorme wielbasis gaf bovendien een ongekende hoeveelheid beenruimte voor de achterpassagiers.

Om het gewicht te beperken en een zo laag mogelijk zwaartepunt te verkrijgen, werden een polyester dak en een aluminium motorkap toegepast. In het interieur werden geheel nieuwe materialen gebruikt zoals rayon (Helanca) als bekleding voor de stoelen en het dashboard was het grootste stuk industrieel vervaardigde nylon ter wereld. Bij de latere en duurdere Pallas-modellen werden ook meer klassieke bekledingsmaterialen gebruikt, zoals leer. Voor de veiligheid en ook om het vernieuwende karakter te versterken, werd een éénspakig stuurwiel toegepast.

Het hydraulische systeem vormt het ‘hart’ van de auto. In de DS is dat in zijn meest uitgebreide vorm aanwezig; in de latere ID was dat in een wat simpelere versie. Zodra de motor is gestart, komt de ID/DS omhoog in de ‘rijstand’, en als de motor wordt afgezet zakt de auto na verloop van tijd weer terug. De hydropneumatische vering levert een ideale karakteristiek op doordat de vering stugger wordt naarmate de belading toeneemt. Een DS kan dus nooit ‘door de veren gaan’, hoe zwaar men de auto ook belast. De bodemvrijheid van de auto is handmatig instelbaar en wordt automatisch gehandhaafd: de zgn. automatische hoogteregeling. Wanneer bijvoorbeeld passagiers instappen veert de auto vanwege de zeer soepele vering sterk in. Het systeem corrigeert echter onmiddellijk en de auto wordt weer omhooggepompt naar de oorspronkelijke rijhoogte. Die correctie werkt afzonderlijk op de voor- en achteras. Deze eigenschap maakte de auto ook zeer geschikt voor het trekken van een aanhanger of caravan omdat de dissellast geen enkele invloed heeft op de bodemvrijheid.

 

 

 

Share

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *